De handschoen

“Ik ga op reis en ik neem mee…” Wat neem je mee als je je land ontvlucht en geen idee hebt wanneer je er weer voet gaat zetten? Een warme trui, een tandenborstel…Een foto, een woordenboek…Hoop…Wat zou er door mijn moeder heen gegaan zijn toen ze onze spullen pakte? Wat zou mijn vader gedacht hebben toen de auto onze geboortestad uit reed? Het zijn vragen, die me niet echt hebben beziggehouden en waar ik geen antwoorden op weet. Wat in mijn geheugen is overgebleven van onze reis, die in Armenië begon en in Nederland eindigde, zijn slechts rafelige beelden en vale indrukken.

Ik was 9, mijn zusje Anush was 7, mijn vader had al zijn zwarte haren nog en mijn moeder had geen rimpels. Ik herinner me dat ik een ketting om had, die ik van mijn beste vriendinnetje Alina had gekregen. Ik herinner me dat mijn zusje en ik ons alle liedjes probeerden te herinneren, die we helemaal uit het hoofd kenden. Ons favoriet was een liedje over een papieren bootje, dat door een jongetje toevertrouwd wordt aan de golven van de rivier, die hem mee moeten voeren naar de zee. Hij blijft zich tot het einde van het liedje afvragen of zijn bootje veilig de blauwe zee heeft kunnen bereiken. Ik herinner me ook dat mijn zusje haar handschoenen wilde aandoen en dat ze erachter kwam dat ze één handschoen was kwijtgeraakt. Het was niet zo koud, dus het was niet zo erg, maar het waren wel hele leuke handschoenen.

Het eerste beeld in Nederland, dat ik als herinnering heb opgeslagen, is dat van een groene telefooncel waar we ons met z’n vieren in hadden gepropt. We belden naar Armenië om onze familie te laten weten dat we veilig waren. De verbinding was slecht en mijn ouders moesten om de beurt in de hoorn schreeuwen, waarna ze eerst een paar krakende tikken hoorden, daarna de echo van hun eigen stem, en daarna, ver vanuit de verte, de stem van mijn opa. Dat schreeuwen in de hoorn zou nog jarenlang een gewoonte blijven als we naar Armenië zouden bellen, ook lang nadat een optimale verbinding de norm was geworden. Die dag was mijn opa toevallig jarig. Het was de eerste keer dat we hem aan de telefoon feliciteerden en niet in het echt. In het echt gaven al zijn kleinkinderen hem een grote kus op zijn wang en een grote knuffel. Hij kuste op zijn beurt onze wangen en hij zei met de liefste glimlach: “Ahaa, ik weet waarom je wangen zo zoet smaken, je hebt er honing op gesmeerd!” Dat zei hij altijd en we moesten er altijd om lachen.

We hebben die dag ook mijn tante gesproken. Ik weet nog dat ze tegen Anush zei dat ze haar handschoen had gevonden en dat ze het zou bewaren, totdat we elkaar weer zouden zien. Één handschoen hier in Nederland en één handschoen daar in Armenië. Ik moest denken aan de film die op TV was, toen ik voor het laatst bij mijn vriendinnetje Alina thuis was. Het ging over een boom, die met zijn wortels in de tuin van een man stond, maar waarvan de vruchten aan de takken net over het hek hingen, bij zijn buurman in de tuin. Wortels daar, vruchten hier.

Vele jaren later zijn we teruggeweest in Armenië. Inmiddels ook vele malen. Maar we hebben de handschoen nooit mee terug genomen. De twee handschoenen zijn altijd symbool gebleven van onze reis, die bij onze haard in de Kaukasische bergen begon en ons leidde naar ons nieuwe thuishaven aan de Noordzee. Toen we net waren aangekomen, dacht ik dat de twee handschoenen de twee helften belichaamden, waarin onze harten gebroken zouden worden. Nu weet ik dat onze reis onze harten niet heeft doen breken maar ze heeft doen uitgroeien om er twee werelden te kunnen herbergen. Wortels daar, vruchten hier. Dat is waar ik aan denk, als ik terugdenk aan de handschoen.

 

 

-terug naar homepage-

 

5 Reacties op “De handschoen”

    1. Beste Tato,

      Onlangs kreeg ik van je vader jouw korte verhaal ‘de handschoen’ in handen gedrukt. Heb het met plezier gelezen. Prachtig hoe je met weinig woorden zo veel kunt zeggen. Ik ken je vader al jaren als accordeonist in Leiden en omgeving en maak regelmatig een praatje met hem. Een paar jaar geleden heb ik een persoonlijk verhaal over hem geschreven omdat hij, zonder het te weten overigens,, een belangrijke rol gespeeld heeft op een bepaald moment in mijn leven. Hij zelf weet niet van het bestaan van dit verhaal. Maar jij, zelf een verhalenverteller, vind het misschien mooi om te lezen. Daarom voeg ik het hieronder toe.

      —————————————————————————————————————————————————————————-
      De accordeonist

      Bij ons winkelcentrum in Voorschoten speelt al jaren op gezette tijden een accordeonist. Hij verstaat zijn vak goed, speelt mooi en op melancholieke wijze allerlei bekende melodieën.
      Mijn vrouw, Wilma, raakte op een dag met de bewuste man aan de praat en hoorde van hem dat hij ooit met zijn gezin gevlucht was uit Armenië en inmiddels al jaren in Nederland woonde.

      Wilma raakte in de loop der tijd zeer begaan met de accordeonist en gaf hem elke keer als ze hem hoorde spelen wat geld. Ook nodigde ze hem een keer uit om bij ons thuis binnen te komen toen het buiten bar koud was. Dat was overigens niet alleen uit liefdadigheid, ze was gesteld geraakt op deze beschaafde, bescheiden man met zijn droevige uitstraling. Daarbij genoot ze ook zeer van zijn spel. Er waren ook wel andere muzikanten te vinden rond het winkelcentrum, maar hij was verreweg de beste.
      De winkeliers van het winkelcentrum vonden het blijkbaar allemaal maar zozo. In ieder geval besloten ze op een bepaald moment dat het maar eens afgelopen moest zijn met al die muzikanten bij de ingang van het centrum. Ook onze accordeonist moest op een bepaald moment het veld ruimen. Wilma heeft nog geprobeerd een goed woordje voor hem te doen bij de winkeliersvereniging maar tevergeefs. Daarna hebben we hem ruim een jaar niet meer gehoord.

      Op 3 juni 2014 overleed mijn vrouw Wilma aan een hersentumor. Diezelfde dag werd haar lichaam overgebracht van het hospice, waar ze gestorven was, terug naar huis. Toen ze eenmaal thuis opgebaard lag, liep ik nog even naar het nabijgelegen winkelcentrum omdat ik nauwelijks iets te eten in huis had.
      Met verbazing die al snel veranderde in ontroering hoorde ik voor het eerst in lange tijd weer dat melancholieke geluid van de accordeon. Daar zat hij weer bij het winkelcentrum, te spelen alsof hij nooit weggeweest was: Wilma’s accordeonist. Alsof hij wist dat nu het moment daar was om op zijn manier afscheid te nemen van die lieve vrouw die altijd zo met hem begaan was. Ik heb hem wat geld gegeven maar hem pas op een later moment verteld hoe bijzonder het was dat hij juist die avond weer speelde. Voor Wilma.

      Nu, jaren later, kom ik hem weer regelmatig tegen, nu eens bij het winkelcentrum, dan weer bij de ingang van de Stadsgehoorzaal in Leiden. Hij heeft me al een paar keer gezien in gezelschap van mijn nieuwe vriendin Katinka.
      Laatst raakte ik weer met hem in gesprek en vertelde hij hoe mooi hij het vond dat ik een nieuwe liefde had gevonden. Hij zei dat hij gewoon kon zien hoe goed we bij elkaar pasten. En dat Wilma ook heel blij voor mij was…

      ———————————————————————————————————————————————————————-
      Beste Tato, je vader is een bijzondere man. Je kunt trots op hem zijn!

      Hartelijke groet,
      Robert Gebhardt
      robwil@ziggo.nl

      Like

  1. Hallo Tato,

    Mijn naam is Marian de Wit en ik ben vrijwilliger bij de stichting AlphenTaal.
    Wij organiseren maandelijks een Open Podium voor schrijvers,dichters en musici.
    Gisteren kreeg ik je visite kaartje met De handschoen van je vader, die altijd bij Albert Heijn in de Herenhof de sterren van de hemel speelt.
    Mijn vraag is: zou jij in juni willen voordragen in het Open Podium in het Castellum Theater?
    Mijn email adres heb ik ingevuld.
    Hoop van je te horen,

    Vriendelijke groet,
    Marian de Wit

    Like

  2. Hallo Tato,
    Ik ben blij dat jouw vader mij in Voorschoten jouw mooie boekje De Handschoen gaf.
    Prachtig, kort en bondig geschreven.
    Dank je wel!

    Like

  3. Lieve Tato,

    Mijn reactie lijkt op wat er door andere mensen hierboven al is geschreven. Ook ik ken je vader al heel lang: sinds ik hem ergens in 2000 in Alphen aan den Rijn in een winkelcentrum hoorde en zag spelen, maken wij regelmatig een praatje met elkaar. Jij kent mij niet, maar ik weet van jouw bestaan en dat van je zusjes doordat je vader altijd met veel liefde en passie over jullie vertelt. En het zal je niet verbazen dat jouw vader altijd heel belangstellend vraagt hoe het met mij, mijn vrouw en onze kinderen gaat! Ik vermoed overigens dat wij elkaar vorig jaar de hand geschud hebben toen ik in het Alrijne Ziekenhuis lag en ik jullie gezin daar tegenkwam toen je vader in dit ziekenhuis naar de dokter moest.

    Maar het moet nu eigenlijk niet over je vader gaan… Ik heb met veel belangstelling jouw verhaal ‘De handschoen’ gelezen. Ik ben blij op deze manier enig inzicht te hebben verkregen in de geschiedenis van jullie familie. Je hebt heel knap – in treffende woorden – weergegeven hoe je als kind de grote veranderingen hebt ervaren die de reis naar een nieuw land met zich meebrachten. Je schrijft goed, je schrijft met mededogen, je raakt de lezer in het hart. Bravo dus, ook voor je zuster, haar illustatie is prachtig. Blijf schrijven!

    Ik wens je heel veel succes. Met hartelijke groet, Lex van Straten.

    Like

Plaats een reactie